Auteur: Gerben Feenstra
Publicatiedatum: 3 september 1994
Publicatiemedium: Volkskrant
Type publicatiemedium: Krant
Link naar het medium: Volkskrant
Dit artikel is op 3 september 1994 verschenen in het katern Wetenschap van de Volkskrant.
De inhoud van het artikel:
Niet één, maar zeker twee genen bepalen of een menselijk embryo uitgroeit tot man of vrouw. De simpele gedachte dat het geslacht van de mens slechts afhankelijk is van de specifieke combinatie van de geslachtschromosomen X en Y, komt daarmee op iets lossere schroeven te staan.
Natuurlijk, voor de meesten geldt nog steeds dat de combinatie van twee X-chromosomen het vrouw-zijn bepaalt, en de combinatie XY het man-zijn. Maar naarmate het DNAonderzoek bij de mens vordert, wordt het duidelijk dat het proces van geslachtelijke differentiatie complexer is dan gedacht. Naast helder van elkaar te onderscheiden mannen en vrouwen bestaan verschillende ’tussenvormen’, waarbij de combinatie van geslachtschromosomen niet overeenstemt met de uiterlijke geslachtskenmerken.
Medisch-genetici van de universiteit van Pavia (Italië) en het Baylor College of Medicine in Houston (Texas, VS) beschrijven in het augustus-nummer van het tijdschrift Nature Genetics vier patiënten die genotypisch man zijn, vanwege de XYcombinatie van geslachtschromosomen, maar die toch als vrouw zijn grootgebracht, vanwege de aanwezigheid van vrouwelijke geslachtskenmerken.
Genetisch onderzoek van hun geslachtschromosomen bracht aan het licht dat er bij deze patiënten sprake is van een verdubbeling van een stukje genetisch materiaal op het X-chromosoom, dat kennelijk heeft geleid tot het ontstaan van vrouwelijke geslachtskenmerken bij deze ‘mannen’. Deze ontdekking van een verdubbeling van genetisch materiaal op het X-chromosoom zet de opvatting op zijn kop dat het biologisch man-zijn alleen wordt bepaald door het zogeheten SRY-gen op het Y-chromosoom.
Tot dusver gingen genetici ervan uit dat dit gen, dat in 1990 in Engeland werd geïsoleerd en gekarakteriseerd, dè factor is die de geslachtelijke differentiatie van de mens stuurt. De geslachtelijke ontwikkeling van het embryo wordt min of meer gezien als een passief proces, dat altijd uitloopt op de geboorte van een vrouw tènzij het SRY-gen op het Y-chromosoom in die ontwikkeling ingrijpt.
Die opvatting hangt samen met het verschijnsel van de zogenoemde inactivatie van het X-chromosoom, een proces dat reeds in de jaren zestig werd beschreven door de genetica Lyons. Volgens deze opvatting wordt in het vrouwelijke embryo al spoedig na de bevruchting een van beide X-chromosomen buiten werking gesteld.
Het andere, werkzame X-chromosoom stuurt aldus op zijn eentje de ontwikkeling van de inwendige en uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen (eierstokken, baarmoeder en vagina).
Bij mannen treedt geen inactivatie op van het X-chromosoom, wat tot de gedachte leidde dat op het Y-chromosoom een gen moet liggen dat in staat is de invloed van het Xchromosoom op de geslachtelijke differentiatie te overheersen. Met andere woorden: het SRY-gen is sterker dan het Xchromosoom en de werking ervan is voldoende om een pas bevruchte eicel tot man uit te laten groeien.
De bevinding van de Italiaanse en Amerikaanse onderzoekers plaatst nu vraagtekens bij dit ‘model’ van de geslachtelijke ontwikkeling van de mens. Immers: de aanwezigheid van een intact SRYgen bij de vier patiënten zou moeten verzekeren dat ze mannelijke geslachtskenmerken vertonen. Dat was echter niet het geval. De onderzoekers concluderen dat de verdubbeling van het stukje genetisch materiaal op het X-chromosoom dat ze het DSS-gen hebben gedoopt, de invloed van het SRY-gen op de geslachtelijke ontwikkeling is gaan overheersen.
Dit alles leidt ertoe dat behalve over een gen voor ‘mannelijkheid’ (het SRY-gen) ook kan worden gesproken over een gen voor ‘vrouwelijkheid’ (het DSS-gen). De biologische ontwikkeling tot vrouw is niet langer op te vatten als een passief proces; er is sprake van een actieve betrokkenheid van het DSS-gen op het X-chromosoom. De verhouding tussen SRY en DSS bepaalt uiteindelijk de uitkomst van de bevruchting van een eicel: man, vrouw of een tussenvorm daarvan.