Skip to content

14Auteur: Roelien Wierstra
Publicatiedatum: 14 augustus 2004
Publicatiemedium: De Telegraaf
Type publicatiemedium: Krant
Link naar het medium: De Telegraaf

In dit krantenartikel vertelt Corry de Vos uitgebreid over haar ‘mysterie’ en de invloed daarvan op haar zwemcarrière. Ze neemt ons mee terug naar onder andere de voorrondes voor de Olympische Spelen in 1972 en de wereldkampioenschappen in 1973.

De inhoud van het artikel:

Aan haar tijden lag het niet. Corry de Vos was een van de snelste zwemsters op de schoolslag. Op basis van haar prestaties had ze voor de Olympische Spelen in München 1972 geselecteerd moeten worden. En zeker de wereldkampioenschappen in Cali een jaar later hadden haar niet door de neus geboord mogen worden. “Ze konden niet om me heen. Ik was op dat moment heel erg snel”, vertelt Corry de Vos. Toch werd ze niet opgesteld. “Er was een geheim, dat voelde ik, maar ik kreeg mijn vinger er niet achter.” Nu pas, jaren later, heeft ze op haar 54e het mysterie grotendeels ontrafeld: ze is een xy-vrouw, uiterlijk compleet vrouw, maar met het chromosomenpatroon van een man. “Als ik getest zou zijn, was ik een sensatie geweest. Maar zover is het nooit gekomen.”

UTRECHT – “Ik heb op mijn zevende leren zwemmen en zo ben ik erin gerold, om het zo te zeggen”, vertelt Corry de Vos. “Dat was bij de Watervrienden, aangesloten bij de Nederlandse Culturele Sportbond (NCS). Die legt heel erg de nadruk op de zogeheten breedtesport en het plezier in de sport. En plezier in de sport heb ik altijd gehad. Op mijn tiende ging ik kunstzwemmen, dat vond ik erg leuk. Toen ik veertien was, werd ik gevraagd of ik wedstrijd wilde zwemmen. Ik heb daar lang over getwijfeld. Kunstzwemmen deed ik heel erg graag. Maar ik heb het toch gedaan. Ik wilde weten wat ik kon.”

Wedstrijdzwemmen bleek een goede keus voor Corry. Haar tijden werden in rap tempo beter. “En het was heel gezellig bij de Watervrienden. Maar toen ik 21 was, waren de meesten gestopt of werden zwanger. Ik stapte over naar Het IJ in Amsterdam, aangesloten bij de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB). Na een paar maanden zat ik in de nationale ploeg.”

Mooi badpak

Corry’s prestaties werden steeds beter. Bij de winterkampioenschappen, die als voorbereidingswedstrijden voor de Olympische Spelen in München gezien werden, werd ze derde op de 100 meter schoolslag. Bij de zomerkampioenschappen had ze de tweede tijd. “Ik zat al in het traject van kleding passen, ik had een mooi badpak gekregen; dat is eigenlijk de laatste fase voor de Spelen. Maar toen de namen genoemd werden van de zwemsters die naar München gingen, zat ik er niet bij. De nummers 1 en 3 gingen wel. Niemand zei iets tegen me. Ik heb uiteraard aan de toenmalige bondscoach gevraagd waarom, maar ik kreeg geen antwoord. Ja, ik zou te weinig ervaring hebben. Maar ik werd niet opgevangen, zoals de anderen die niet geselecteerd waren. Ik stond helemaal in mijn eentje. Het is onbeschrijfelijk hoe alleen ik me toen voelde. Afschuwelijk. Het ging vooral om de eer om mee te doen. Maar zelfs dat mocht niet.”

In 1973 waren er wereldkampioenschappen in Cali. “Toen was ik echt heel erg snel. Ze konden niet om me heen”, herinnert Corry zich. Toch werd ze weer gepasseerd. “Ik had een knieblessure in de aanloop naar de kampioenschappen. Ze hebben die aangegrepen om me thuis te laten. Ik heb later in een brief gelezen dat ze ‘geluk gehad’ hadden dat ik een blessure had zodat ik opzij gezet kon worden.”

Maar waarom moest Corry thuisblijven? Sinds 1966 werden atletes getest op hun vrouwelijkheid. In de eerste jaren ging dat vrij primitief en fysiek. Vrouwen moesten bloot voor een rijtje artsen verschijnen en werden lichamelijk en genitaal onderzocht om te kijken of ze wel echte vrouwen waren. Er moest een vagina en beslist geen hint van een penis aanwezig zijn. Een aantal vrouwen voelde zich vreselijk ‘in het kruis getast’ en maakte dat ook duidelijk. Na protesten van een aantal landen werden de testen aangepast en in 1968, bij de Spelen in Mexico, werd een genetische test gedaan met slijmvlies van de wang om het chromosomenpatroon te bekijken. Wie geen xx-chromosomen had, was geen vrouw. Toen die test niet waterdicht bleek, werd de modernere test op DNA-niveau gedaan, nog steeds naar chromosomen. Als een vrouw genetisch een vrouw was, dus met twee x-chromosomen, dan was alles in orde. Maar had een vrouw xy-chromosomen, dan was ze volgens de toen geldende regels van het spel een man. Ook al had ze borsten en een vagina.

Inmiddels is uit wetenschappelijk onderzoek duidelijk geworden dat er ook vrouwen bestaan met xy-chromosomen. Hoewel ze uiterlijk vrouw zijn en zich vrouw voelen en als meisje zijn opgevoed, hebben sommigen geen baarmoeder en wel testikels in hun buik. Er zijn verschillende gradaties, maar allemaal hebben ze als kenmerk dat de vrouwen geen xx, maar xy-chromosomen hebben. Corry de Vos kwam er pas twee jaar geleden achter dat zij ‘zo’n’ vrouw is. Als ze bij de Spelen of de WK een test had moeten ondergaan, zou ze gediskwalificeerd zijn.

Corry de Vos (r) in gesprek met Roelien Wierstra.

Sydney

De Spelen in het Australische Sydney waren officieel de eerste waar vrouwen niet meer getest werden op hun sekse. Zo mogen nu in Athene zelfs voor het eerst transseksuelen meedoen aan de Spelen. Een droom van golfster Mianne Bagger, die voor haar sekseverandering een man was. Tegenwoordig wordt er vanuit gegaan dat na een geslachtsverandering ook de spiermassa verandert, zodat vrouwen die eerst man waren geen voordeel meer hebben van hun mannelijke hormonen. Het is des te schrijnender dat xy-vrouwen alleen op basis van hun chromosoompatroon werden uitgesloten.

De test, hoe vernederend wellicht ook, had wel degelijk grond. Beroemd is een Duitse atleet uit 1936, Hermann Ratjen genaamd. Hij bond zijn genitaliën op, noemde zichzelf Dora en deed mee aan het hoogspringen. Hij werd vierde. In 1957 verklaarde Ratjen dat hij onder dwang van de Nazis had meegedaan als vrouw. Ook tijdens de koude oorlog hebben waarschijnlijk ‘Russinnen’ meegedaan die in alle opzichten als man hadden moeten worden beschouwd, zoals de befaamde zussen Tamara en Irina Press, compleet met adamsappel en overbeharing. Tamara was erg goed in discuswerpen en kogelstoten, Irina won in 1964 bij de Spelen in Tokyo de gouden medaille op de vijfkamp.

Maar bij vrouwen zoals Corry de Vos is sprake van Interseksualiteit, iets totaal anders. Bij testen tussen 1972 en 1984 bleken 13 van de 6561 deelneemsters xy-chromosomen te hebben, terwijl het verder toch gewoon vrouwen waren. Beroemd werd het geval van de Spaanse hordeloopster Maria Patino. Zij liet zich in 1985 niet naar huis sturen en werd later gediskwalificeerd. Haar verzet heeft belangrijk bijgedragen aan de acceptatie van xy-vrouwen in de topsport.

De Poolse sprintster Ewa Klobukowska is eveneens een beroemd ‘geval’. Ze zag eruit als een vrouw, maar bleek xxy-chromosomen te hebben, een andere vorm van interseksualiteit. Ze moest al haar medailles inleveren en haar wereldrecord werd uit de boeken geschrapt. Jaren later bleek Ewa toch een normale vrouw – ze kreeg een kind.

Zelfs in Nederland kennen wij een vrouw over wier sekse veel gespeculeerd is, Foekje Dillema. Zij was de grootste tegenstandster van de ‘vliegende huisvrouw’, Fanny Blankers Koen. Het verhaal gaat dat Foekje Dillema nooit wilde douchen met de andere vrouwen, waarop een hele geruchtenmachine op gang kwam over haar vrouwelijkheid. Ze zou zelfs getest zijn in een ziekenhuis om haar vrouwelijkheid vast te stellen. Volgens de overlevering heeft Koen, die op een gegeven moment minder snel rende dan Dillema, gezegd: “Zij eruit of ik eruit!” Foekje Dillema ging eruit. Het mysterie rond haar sekse of haar chromosomen is nooit opgehelderd.

Corry de Vos heeft dus nooit een test hoeven ondergaan. Hoe kan dat? “De bondscoach die na de Spelen van München werd aangesteld, Bert Sitters en mijn trainster Wil Storm, wisten wat er met mij aan de hand was”, concludeert ze achteraf. ” Op mijn negentiende was ik nog niet ongesteld geweest. ‘Iets’ hormonaals, zeiden de artsen. En toen ik in Zeist gekeurd werd door de KNZB kwamen ze er natuurlijk achter dat ik xy-chromosomen had. Maar ze hebben tegen mij nooit iets gezegd.”

Rancuneus is ze beslist niet. “Ik heb grote bewondering voor de bondscoach en mijn trainster. Zij hebben mij altijd gewaardeerd om wíe ik ben, niet om wát ik ben. En dat heb ik wel heel anders meegemaakt, zeker bij artsen. Ik heb me soms zó vernederd gevoeld. Daarom heb ik nu ook weinig zelfvertrouwen – hoewel je dat niet zou zeggen – en ben ik erg wantrouwend, ook om mijn verhaal te vertellen. Dan maar onder mijn meisjesnaam.”

Haar respect voor de bondscoach en de trainster komt voort uit het feit dat beiden nooit over haar gepraat hebben met anderen. “En het is een klein wereldje. Iedereen gaat over de tong, dus ik ook.” Maar niet alleen tegen anderen, ook tegen Corry zelf hebben ze toch nooit iets gezegd over haar conditie. “Dat moet je zien in de tijd”, relativeert de zwemster. “Dat was het beleid toen. Ook van artsen. Je mocht xy-vrouwen niet zeggen wat ze hadden. Ze hadden zelfs een verbod gekregen het me te vertellen.” Met als gevolg dat de bond wist dat zij nooit mee zou doen aan de Spelen of aan de wereldkampioenschappen, maar Corry zelf niet. “En dat vind ik heel erg jammer. Ik ben op een gegeven moment halve dagen gaan werken om meer te kunnen trainen en later zelfs helemaal gestopt om me volledig op het zwemmen te kunnen concentreren. Als ik geweten had dat ik niet mee zou kunnen doen met de Spelen en het WK, weet ik niet of ik het zo gedaan zou hebben.”

Record

In 1974 kreeg Corry een derde klap in het gezicht. “Er was een internationale wedstrijd in Bremen. In de wisselslagestafette zwom ik onder het Nederlands record. Op weg naar huis werd een ploeg voor Moskou bekendgemaakt. Degenen die naar Cali waren geweest, gingen nu ook naar Moskou. Ik mocht niet mee. En ik had zo graag op het Rode Plein willen lopen. Ik was zó kwaad. En terwijl de anderen in Moskou aan het zwemmen waren, werd ik uitgenodigd voor een wedstrijd in het Duitse Siegen, in april 1974. Uit puur verdriet en kwaadheid zwom ik een Nederlands record. Dat is bij uitstek mijn mooiste record geweest.”

Hoewel dus nooit onderworpen aan vernederende testen, heeft Corry ook nooit het genoegen mogen smaken mee te doen aan de Olympische Spelen. “De Spelen gaan niet alleen over presteren. Het is een eer om mee te mogen doen. Ik ga zeker kijken de komende weken. De tv staat de hele dag aan. Reken maar!”

Zwemmen doet Corry nog steeds. “Ik kan niet zonder water. Wedstrijden zwem ik niet meer. Ja, tegen mijn man, Piet.” Lachend: “En die win ik altijd.”

Back To Top
Zoeken